Bloemen behoren tot top-100 van meest gefotografeerde onderwerpen op Instagram. Een zoekopdracht op de hashtags ‘flowers’ en ‘flower’ is er goed voor in totaal 179 miljoen hits. Tel er foto’s met trefwoorden als ‘garden’ (33 miljoen), ‘jardin’ (2,5) ‘garten’ (1,5), ‘fleurs’ (2,2) en ‘flores’ (9,7) bij op en je hebt een aardige indruk van de betekenis die bloemen en tuinen hebben in het leven van mensen overal ter wereld.
Maar uiteraard hebben we de social media en de grote getallen niet echt nodig om dat te kunnen vaststellen. Loop op een willekeurige dag de tuinen van onze publiek toegankelijke’zustertuin’ Villa Augustus (eveneens in Dordrecht) in en je ziet altijd wel iemand met een camera in de slag bij de bloem- en groentebedden of in de kassen. Alleen al met de bruidsreportages die tussen de tulpen, onder de rozenboog, in de boomgaard en de Italiaanse tuin worden geschoten, zou een hele boekenwand kunnen worden gevuld.
Noor Damen: Delphinium, 2000
Bijrol
En over boeken gesproken: met elkaar mogen we dan weliswaar ontelbaar veel foto’s van bloemen en tuinen in albums en online bewaren, een historisch overzicht van dit subgenre in de fotografie bestond voor zover bij ons bekend nog niet. Zo geliefd als de locatie bij amateur- en beroepsfotografen toch is, zo afwezig is de tuin in het rijtje landschappen, kunst, portretten, snapshots, naakt, sociale documentaire en nieuwsfotografie. Behalve in tuinboeken was er zelden of nooit een hoofdrol voor haar op foto’s weggelegd. Hooguit fungeerde zij als decor voor fotografen in al die verschillende disciplines.
Nickolas Muray: Claude Monet, 1926
Dat de tuin daarmee onrecht wordt gedaan, bewijst het pas verschenen The Photographer in the Garden. In 256 pagina’s kijken we door de ogen van beroemde en minder beroemde fotografen mee naar de vormen, kleuren en seizoenen waardoor zij zich lieten inspireren. Van de allereerste meesters op dit vakgebied (onder wie William Henry Fox Talbot, Anna Atkins, Clarence H. White, Eugène Atget en Edward Steichen) tot Paul Strand, Man Ray, W. Eugene Smith en Irving Penn. En van Karl Blossfeldt, Peter Henry Emerson en Imogen Cunningham tot eigentijdse fotografen als Joel Meyerowitz, Martin Parr, Joel Sternfeld, Nobuyoshi Araki en Robert Mapplethorpe.
Peter Henry Emerson: A garden end, ca 1886
Kodak
Aan de publicatie van The Photographer in the Garden ging een gelijknamige tentoonstelling in het George Eastman Museum in de VS vooraf. Eastman was in 1881 de grondlegger van het Kodak-imperium en daarmee de man die fotografie binnen het bereik van de grote massa’s bracht. Daarnaast was hij ook een verklaard tuinliefhebber. Rondom zijn huis en zijn fabrieken in Rochester had hij reusachtige groente- en bloementuinen en landerijen laten aanleggen, waarvan hij zo veel mogelijk mensen wilde laten meegenieten. In het boek wordt zakenman/pionier Eastman eer bewezen met een foto bij het voorwoord waarin hij in 1912, nog gekleed in stropdas en hoed, voorovergebukt een van zijn eigen tuinvijvers inspecteert.
Onbekende fotograaf: George Eastman in his garden
Er komen duiken veel meer mensen op in The Photographer in the Garden. Zoals zoon Pat en dochter Juanita op de iconische foto van W. Eugene Smith, de nudistische tuinvrouwen in twee Amerikaanse communes, de blinde tuinman in Alaska op een portret van Joel Sternfeld, en de professionals in de Hollandse bloementeelt op foto’s uit 2002 van landgenote Noor Damen. Ze zijn net zo rechttoe-rechtaan als we het Westland en aanverwante tuinbouwgebieden in Nederland kennen, maar op hun manier toch ook even lieflijk als het dubbelportret uit 1886 van een tuindersechtpaar van Peter Henry Emerson op de pagina erna.
Joel Sternfeld: Blind man in his garden, 1984
Sprookjestuin
Misschien is ‘lieflijk’ niet helemaal de juiste omschrijving en is het vooral de toewijding die je in foto’s van al die vroegere en hedendaagse tuineigenaren bijblijft. Of ze nu over een eigen hofje, een landgoed, een sprookjestuin als die van de schilder Monet of over een volkstuintje in het Engelse Birmingham beschikken: uit elke opname spreekt zorg, voldoening en, ja, geluk. Dat geldt in menig geval ook voor de foto’s waarin de tuin- en bloemenfotograaf het plantenrijk voor zichzelf had. Het legertje tuinkabouters in het minituintje bij ‘Margarets caravan C24’ (Peter Marlow; Kent,2003) en de blauw-, geel- en groen geschilderde keien in het gras voor een huis op de Orkney Eilanden (Martin Parr, 2007) kunnen het ook zonder de trotse bedenkers ervan af.
Irving Penn: Three tulips, 1967
The Photographer in the Garden bevat stemmige beelden van monumentale tuinen, kunstzinnige en botanische close-up’s van bloemen, maar ook van de rommelige gazonnetjes en kleine jungles. Inspiratie te over voor iedereen die zelf graag in de aarde wroet, en in het bijzonder voor al die huis-, tuin- en keukenfotografen onder ons die tussen die 200 miljoen-plús foto’s op Instagram op extra hartjes willen jagen.
The Photographer in the Garden (George Eastman Museum/Aperture, € 49,95) is verkrijgbaar in de markt van Villa Augustus en de betere boekwinkels.