Altijd leuk, thuis tomaten telen uit zaad of met jonge plantjes van het tuincentrum. Maar hou er rekening mee dat ze je ook volledig in hun greep kunnen krijgen. Alleen al aan de bedwelmend lekkere geur die de blaadjes en stelen afgeven, kan je gemakkelijk verslingerd raken. En daar komt die onovertroffen smaak van je eerste zelfgeteelde tomaten dan nog bovenop. Bijkomend risico is dat je ook meteen zó enthousiast bent over dat resultaat dat je ‘best wat meer’ over tomatenvariëteiten en de kweek ervan zou willen weten.
Vanaf dat moment moet je dan dus wel zo’n beetje gaan leven als een middeleeuwse monnik. Want in vermoedelijk geen andere plant ter wereld is door zaadveredelaars, telers, wetenschappers, koks en Italiaanse mamma’s zo veel vakkennis, geld, innovatie, (culinaire) cultuur maar ook poeha gestopt als in de solanum lycopersicum. Bibliotheken zijn erover volgeschreven. Het vervolmaken van Europa’s meestgeliefde groente neemt dan ook al vijf eeuwen in beslag. Intussen bestaan er al twintigduizend soorten tomaten en blijft dat aantal maar toenemen.
Al zie je het aan haar buitenkant in de regel niet af: ‘Er gebeurt zo veel rond en met de tomaat dat je voortdurend op de rem op de rem moet trappen om alle ontwikkelingen te begrijpen’, schrijft onderzoeksjournaliste Annemieke Hendriks in haar recent verschenen boek over dit fenomeen. ‘De tomaat is fast food. Zij is permanent in beweging, letterlijk en figuurlijk.’
Nederland vervult een spilfuncte in deze even woelige als lucratieve business. We zijn alom erkend specialist in de kasbouw voor onder meer tomaten, met jaarlijks 1 miljard kilo de grootste exporteur van die groente op aarde, en we leveren op de mondiale markt tevens het beste zaad ervoor. Een kilo Westlands tomatenzaad kan kostbaarder zijn dan een kilo goud.
De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel luidt de titel van de in 2016 afgeronde studie van Annemieke Hendriks. Ze heeft er acht jaar lang aan gewerkt en er tientallen deskundigen in tal van landen voor geïnterviewd. Ze stelt hun kritische vragen over zowel smaaktomaten als bulktomaten en over biologische en hightech-teelt. Zo ontrafelt ze in haar boek hardnekkige misverstanden: nee, er bestaat geen gemodificeerde tomaat. En nee: een op het platteland van Italië gekweekte tomaat is niet per definitie betrouwbaarder dan een Nederlandse uit ‘De Glazen Stad’.
Het is bepaald niet het geëigende naslagwerk dat je erbij pakt als je deze zomer een handvol kerstomaatjes uit de balkonbak of de volkstuin wil oogsten. Naar tips voor de verzorging ervan of receptuur zul je er vergeefs in zoeken. Maar als je als tomatenfan geïnteresseerd bent in de vele soorten die ervan in de handel zijn en hun herkomst, in de discussie over genetische manipulatie en in de kijk van beroepstelers op hun vak dan biedt De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel een schat aan feiten en bijzondere verhalen. Tomaten mogen dan rood (het vaakst toch) van buiten zijn, ze zijn een kameleon van binnen.
Geteeld in ‘Duitse zon’
Eén belangrijk feit dat Hendriks erin naar voren brengt, is dat er althans op de wereldmarkt niet zoiets bestaat als een nationale tomaat. Hoewel we het als bewuste voedselconsumenten maar al te graag willen geloven, koop je bij de groenteboer of in de supermarkt geen Italiaanse, een Duitse of een Hollandse tomaat met een eigen, kleine ecologische footprint. Die garantie biedt alleen de teelt voor eigen gebruik door particulieren of op kleine tuinderijen.
Het Belgische keurmerk Flandria laat in eigen land bijvoorbeeld de ‘Italiaanse’ mini-san marzano afkomstig uit Nederlands zaad telen. In Duitsland groeien op steenwol Nederlandse tomatenstekjes in Nederlandse kassen, waar ook uit Nederland geïmporteerde insecten in rondvliegen, en is het dus hooguit de ‘Duitse zon’ die je als lokale factor zou kunnen bestempelen.
Met andere woorden: vrijwel alle consumptietomaten en afgeleide producten ervan (bliksauzen, ketchup) hebben tegenwoordig een Europees paspoort, maar omdat dat op een etiket minder verleidelijk klinkt dan ‘uit eigen land en dus betrouwbaar’ bedenkt de handel allerlei trucjes om kopers op het verkeerde been te zetten.
Supermarktketen Kaiser’s Tengelman, schrijft Hendriks, brengt zijn tomaten aan de man met kreten als ‘Mein Gärtner’ en ‘Frisch aus dem Garten’, zodat ze de associatie oproepen met gewetensvolle kleinschaligheid. Maar wie ook de kleine lettertjes op de verpakking leest, kan eruit ontcijferen dat de betreffende tomaten gewoon uit de kas komen, en niet ‘natuurlijk uit Duitsland’, maar van een Brabantse grootondernemer uit Beek en Donk.
Uit De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel wordt wel duidelijk dat zulke volksverlakkerij in het vermarkten van de tomaat (en alle andere verse groente- en fruitwaren) gangbaar is in de hele sector.
Hendriks: ‘Wat voor dit hele boek geldt, geldt ook hier: de tomaat is niet meer dan een pregnant symbool voor de hele wereld van vers voedsel. De zelfbedieningskraam op de Albert Cuyp-markt sjoemelt net zo hard met appels en peren. Op een dag in juli hebben ze twee soorten peren: de conference en de comice, beide volgens de bordjes uit Nederland. De comice is dubbel zo duur, want ‘Nieuwe oogst’. Ik had toevallig net in de vakmedia gelezen dat de nieuwe oogst Hollandse peren binnen een week werd verwacht. Tot dan eten we, althans van Nederlandse bodem, stokoude peren. En daarna te dure nieuwe, want die nieuwe oogst wordt deels opgepot om de prijs goed te houden.’
Sjoemelen
Het is in die ‘bizarre wereld’ van groenten en fruit overigens niet gebruikelijk om met dat sjoemelen al ‘aan de wortel’ te beginnen. Een tomatenteler en zaadveredelaar als Jos Looije, actief in het Westland en in Murcia in Spanje, beschouwt zijn vak wel degelijk als een optelsom van persoons- en landgebonden kwaliteiten. Het verbeteren van zaad is een combinatie van ambachtelijkheid, wetenschap en kunstenaarschap waarbij Nederlanders van oudsher de toon zetten, en die hanteren daarbij ook een morele standaard.
‘Je doet het met wat de natuur gemaakt heeft, en wat de natuur ook zelf doet.’ Er wordt in het Westland en elders in de vaderlandse bedrijfstak over zulke zaken principieel nagedacht’, verzekert Looije in De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel.
Tegelijkertijd stelt dezelfde bevlogen teler vast dat er bijna geen Westlandse familieondernemingen meer zijn die dat principe ook zelf nog in praktijk kunnen brengen: ‘Er zijn nog wel een paar zelfstandige Hollandse bedrijven in groentezaad over. Maar de meeste zijn door Monsanto en Syngenta opgekocht.’
Genoemde multinationals in de zaadveredeling zijn al jaren in opspraak omdat ze zaden genetisch kunnen modificeren, waardoor gewassen resistent worden tegen ziektes, en ook houdbaarder en lekkerder zouden kunnen worden gemaakt.
Halve waarheden, dubbele prijzen
Gen-tech in de groenteteelt is in de EU evenwel verboden, stelt Hendriks lezers van haar boek vervolgens weer gerust; met uitzondering van een gemodificeerde maissoort voor veevoeder. Verpakkingen van tomaten en andere groenten waarop staat vermeld dat deze gegarandeerd niet van genetisch gemodificeerde herkomst zijn, zijn dus net zo waar als misleidend.
Het is te vergelijken met het opschrift ‘lactose-vrij’ op Gouda-achtige harde kazen, die hoe dan ook nooit lactose bevatten, stelt Hendriks. ‘Maar zeker in Duitsland speelt de commercie graag in op nieuw ontdekte angsten voor lactose en andere enge ingrediënten: halve waarheden, dubbele prijzen!’
Over de veiligheid van het eten van tomaten worden in de De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel meer mythes ontzenuwd. Weliswaar geldt Nederland op het gebied van bestrijdingsmiddelen nog altijd als een van de ’s werelds grootste ‘spuitnaties’, maar bij strenge controles op gifresiduen komen onze kastomaten doorgaans als schoonste uit de tests en zijn het juist de ‘zongerijpte’ tomaten uit Middellandse-Zeelanden, Marokko, Turkije, Israël en Senegal die te veel van sommige schadelijke stoffen kunnen bevatten.
Bio = duur
Sommige consumenten kiezen dan liever het zekere voor het onzekere: bio-tomaten. Het is ontegenzeggelijk waar dat deze geen chemische bestrijdingsmiddelen mogen bevatten en dit doorgaans ook niet doen, schrijft Hendriks. ‘Maar de productie van een biologische kastomaat is duur. Je moet, als consument, behoorlijk sceptisch zijn over de veiligheid van de mainstream-tomaat om zo’n hoge prijs te willen betalen.’
Zelf tomaten telen in je stadsmoestuin dan maar? Ook daar kan Hendrikse wel een paar kritische kanttekeningen bij plaatsen. Ze haalt er in De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel een rapport van de Technische Universität Berlin bij die groenten uit verschillende hobbytuinen uit de Duitse hoofdstad onderzocht.
De resultaten logen er niet om. Het loodgehalte in de groenten was her en der tien keer zo hoog als de grenswaarde die voor dit giftige metaal in voedsel wettelijk is vastgelegd. Ook in de tomaten zat veel meer lood dan in de supermarkttomaten. ‘Een moestuin in de stad, in landelijk (ex-)industriegebied of langs een rivier die van verre komt en van alles meesleept, kan niet gezonder zijn dan de zwakste schakel: de grond, het (grond)water, de lucht.’
Waarna Hendrikse een lans breekt voor de kastomaat die helemaal niet in de grond is geplant: de samenstelling van het infuus van mest- en andere voedingsstoffen waarop een ras ‘kunstmatig’ groeit, is mede-doorslaggevend voor de smaak ervan. Meer nog dan de natuur zit dus de teler hierbij aan de knoppen.
Die laatste moet dat kunstje alleen nóg beter zien te verkopen. Want die 1 miljard kilo tomaten die wij jaarlijks in ons land exporteren, blijkt anno 2017 toch een tikje te veel van het goede. Nederlandse telers hebben de internationale markt met hun tomaten overspoeld, waardoor de branche ‘zwabbert’ in haar pogingen om overtollige oogsten over de grens kwijt te raken.
Tomaten met een ‘verhaal’
De anonimiteit van onze succestomaat is vanuit dit oogpunt bezien juist in haar nadeel. De nieuwe marketing-toverformule – óók voor tomaten – is volgens experts dat ze de komende jaren bij de consument moeten worden aangeprezen ‘met een verhaal’, ofwel met ‘eigentijdse corporate storytelling’.
In Duitsland liggen intussen al ‘tomaten-kusjes’ in de schappen. Wie De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel heeft gelezen, weet zich voor zo’n nieuw ‘verhaal’ straks alvast gewaarschuwd: er doet al zo’n hoop onzin over de tomaat de ronde. Vanzelfsprekend gaat het de tuinders van Dordwijk er niet van weerhouden om ook hún verhaal over de eigen tomatenteelt te vertellen. Binnenkort op De Tuinman en de Kok!
Annemieke Hendriks, De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2016. Prijs €24,99